Werkwoordelijk Gezegde 1
- Het Werkwoordelijk Gezegde bestaat uit ALLE Werkwoorden in de zin
- Het Werkwoordelijk Gezegde bestaat uit de Persoonsvorm + Alle andere Werkwoorden
Vanavond wil ik gaan karten
1. zoek de persoonsvorm → wil
2. zoek de andere werkwoorden → gaan - karten
Werkwoordelijk Gezegde: wil gaan karten
Moeder gaat een lekkere taart bakken
1. zoek de persoonsvorm → gaat
2. zoek de andere werkwoorden → bakken
Werkwoordelijk Gezegde: gaat bakken
Straks koop ik een lekker patatje
1. zoek de persoonsvorm → koop
2. zoek de andere werkwoorden → die zijn er niet
Werkwoordelijk Gezegde: koop
1. zoek de persoonsvorm → wil
2. zoek de andere werkwoorden → gaan - karten
Werkwoordelijk Gezegde: wil gaan karten
Moeder gaat een lekkere taart bakken
1. zoek de persoonsvorm → gaat
2. zoek de andere werkwoorden → bakken
Werkwoordelijk Gezegde: gaat bakken
Straks koop ik een lekker patatje
1. zoek de persoonsvorm → koop
2. zoek de andere werkwoorden → die zijn er niet
Werkwoordelijk Gezegde: koop