onderwerp 2
1. Zoek Persoonsvorm / Gezegde
2. Stel de WIE of WAT vraag
2. Stel de WIE of WAT vraag
1. Vorig jaar zijn mijn twee oudste zussen getrouwd.
- Gezegde: zijn getrouwd
- WIE/WAT zijn getrouwd? → mijn twee oudste zussen
- Onderwerp: → mijn twee oudste zussen
2. Zijn oom geniet heel erg van klassieke muziek.
- Gezegde: geniet
- WIE/WAT geniet?
- Onderwerp:→ zijn oom
3. Achter de blokhut stond een kromgegroeide appelboom.
- Gezegde: stond
- WIE?WAT stond?
- Onderwerp:→ een kromgegroeide appelboom