Meewerkend Voorwerp 3
Je kunt het meewerkend voorwerp pas vinden als je eerst
het gezegde, onderwerp en lijdend voorwerp in de zin hebt gezocht. Zoek dus eerst:
het gezegde, onderwerp en lijdend voorwerp in de zin hebt gezocht. Zoek dus eerst:
- persoonsvorm
- onderwerp
- gezegde
- lijdend voorwerp
1. Karel heeft een spelletje voor jou gekocht
→VOOR JOU
voor jou = meewerkend voorwerp
- persoonsvorm / gezegde: heeft gekocht
- onderwerp: Karel
- lijdend voorwerp: een spelletje
→VOOR JOU
voor jou = meewerkend voorwerp
2. Vanmorgen heeft de juf ons een opdracht gegeven
→AAN ONS
ons = meewerkend voorwerp
- persoonsvorm / gezegde: heeft gegeven
- onderwerp: de juf
- lijdend voorwerp: een opdracht
→AAN ONS
ons = meewerkend voorwerp